KOKKELVISSERS WEDEROM IN HET GELIJK
Uitgegeven op 09-12-2002 om 19:03  |  link  |  bewaar  |  print

Waddenzee - De Raad van State heeft vanmiddag de kokkelvissers wederom in het gelijkgesteld in een rechtszaak over de bezwaren van onder andere de stichting Wilde Kokkels, het NIOZ en de faunabescherming tegen de visserij in de zogenaamde 5%-gebieden in de Waddenzee.
De vissers kunnen nu gaan vissen in een klein gedeelte van die gebieden die enkele jaren geleden tijdelijk gesloten werden om het herstel van stabiele mosselbanken te bevorderen. Aangezien de mosselbanken in de Waddenzee zowel in de opengestelde als in de gesloten gebieden zich inmiddels hebben ontwikkeld, was deze tijdelijke sluiting niet meer nodig en kregen de vissers van het ministerie van LNV een vergunning hiervoor verleend. Door de bezwaren tegen deze vergunning hebben de vissers enkele weken moeten wachten.
In het verleden hebben de vissers vrijwillig ingestemd met de tijdelijke sluiting van extra 5% van de Waddenzee om het herstel van stabiele mosselbanken te bespoedigen. De mosselbanken zijn terug gekomen, maar overwegend buiten de voor visserij gesloten gebieden. Langere sluiting van deze 5% gebieden is daardoor niet meer nodig. In een deel van de 5% gebieden liggen grote kokkels die wegens hun ouderdom afsterven terwijl de vogels deze kokkels niet eten. Omdat de vissers liever op duurzame wijze met enkele schepen een beperkt aantal gebieden bevissen waar de grootste kokkels liggen en de kleinere exemplaren willen laten liggen tot het volgend jaar, hebben de vissers aan de staatssecretaris van LNV een vergunning gevraagd om in enkele van de 5%-gebieden te mogen vissen. Vogelbescherming en Waddenvereniging waren akkoord met de openstelling van een deel van deze 5% gebieden. Het is dan ook des te opmerkelijker dat de actiegroep Wilde Kokkels, het Nioz en faunabescherming wél een bezwaar indienden tegen de vergunning van 22 oktober jl.
De Raad van State stelde echter de kokkelvissers in het gelijk waardoor zij vanaf vandaag tot aan het einde van het seizoen hun activiteiten kunnen hervatten. De argumentatie van de bezwaarmakers bleek niet overtuigend genoeg om de openstelling van een klein gedeelte van de 5% gebieden tegen te gaan. De Raad van State gaf aan dat de bezwaren niet gegrond waren. De rechter oordeelde dat niet overtuigend is aangetoond dat de kanoetstrandlopers te weinig voedsel kunnen vinden door de kokkelvisserij.