VraagjeUitgegeven op 25-11-2017 om 22:15 |
link |
bewaar |
printWIERINGEN - Een lezer stelde de redactie de vraag waar de namen Kroaie en Kokkers als bijnamen vandaan komen.
Het zijn vogels, dat moge duidelijk zijn, maar waarom zijn deze bijnamen ontstaan? Uw redactie kunt u mailen naar de
redactie.
Marietje Bron zocht naar een antwoord en vond dat in het boek 'Wieringer Land en Leven in de Taal' van Jo Daan, doctor in de letteren en wijsbegeerte.
Kroaie en Kokkers,
Sterker dan tussen de standen was vroeger de tegenstelling tussen de dorpen onderling, die zich uitte in minder vleiende benamingen.
Zo noemden de bewoners van Oosterland en Den Oever die van Westerland en Hippolytushoef de
Westuters of
Kokkers, en in hun mond heetten de anderen
Oòstuters of
Kroaie.
Wanneer de Oòstuters na de kermis het hoofddorp hadden verlaten, zeiden de Dörrepers dat
de kroaie de kroaiemars blazen hadde.
De Oosterlanders onderscheidden zich nog van de andere Oostuters door hun bijnaam van
Sprèèuwe, de bewoners van de Gest, een gehucht ten westen van van Den Oever, waren de
Môske, en die van Stroe de
Strangdlòperkes.
Al deze bijnamen zijn dus ontleend aan de wereld der zo talrijke vogels, een diepere betekenis zullen we er niet achter moeten zoeken, behalve dan die van de overal aanwezige minachting voor wat niet eigen is.
Duidelijk sprak dit ook hier uit de maatregelen die de jongens namen om te verhinderen dat een jongen uit een ander dorp met een van hun eigen matjes vrijde.
Hij werd opwacht en oaftuugd of ze lieten het vrijen toe, maar bleven er bij zitten, een uiterst geraffineerde strafmaatregel.