RECHTER VEROORDEELD MAN UIT DEN OEVER TOT GELD BOETEUitgegeven op 03-06-2002 om 19:52 |
link |
bewaar |
printWieringen -
De 36-jarige I.B. uit Den Oever heeft van politierechter A. van der Perk een boete opgelegd gekregen van vijftienhonderd euro. De rechter achtte het bewezen dat de man in Den Helder onder invloed een auto had gereden en daarmee tegen een wegafscheiding was gebotst. Dit ondanks getuigen, die namens de verdachte verklaarden dat hij de auto niet had bestuurd.Op 15 maart trof de politie B. naast zijn zwaarbeschadigde auto aan. Hij was zo dronken dat hij zich niet meer kon herinneren wat er was gebeurd. Later verklaarde hij dat hij de auto had gereden, ondanks dat hij zelf voelde dat hij niet in staat was te rijden. Een maand na het ongeval kwam de toenmalige vriendin van B. naar voren met de bekentenis dat zij de auto bestuurd zou hebben. Omdat ze geen rijbewijs had, zou ze na het ongeluk zijn gevlucht. Een andere getuige kon bevestigen dat zij achter het stuur had gezeten. Dat was voor rechter Van der Perk niet voldoende bewijs, mede vanwege de vage antwoorden van de getuige. Hij vond de oorspronkelijke verklaring van de verdachte aanmerkelijk geloofwaardiger.
Naast de boete kreeg B. ook een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor twaalf maanden, waarvan drie voorwaardelijk. Daarmee ging de rechter verder dan officier van justitie J. Reekers had geëist. Hij meende onvoldoende bewijs te hebben om aan te tonen dat B. de auto had bestuurd op het moment van het ongeluk. Omdat B. de auto daarna wel achter het stuur was gaan zitten op de auto te proberen te verplaatsen eiste hij wel een straf voor het rijden onder invloed.
Advocaat H. Teunisse noemde dat 'een truc, omdat de auto geen milimeter was verplaatst'. ,,Ik hoef geen toevlucht te nemen tot die truc, zoals de raadsman het noemt. Want ik denk dat de verdachte al die tijd heeft gereden'', oordeelde de rechter.