Tot 14.000 opvangplekken voor de spreidingswet in Noord-HollandUitgegeven op 01-11-2024 om 11:49 |
link |
bewaar |
printDe Noord-Hollandse gemeenten willen ruim 14.000 opvangplekken realiseren voor de spreidingswet
De Noord-Hollandse commissaris van de Koning Arthur van Dijk heeft het verslag over de spreidingswet naar de minister van Asiel en Migratie gestuurd. In dit verslag staat hoe de gemeenten in onze provincie invulling willen geven aan de opgave voor opvang van asielzoekers. Zo is te lezen dat de Noord-Hollandse gemeenten hebben toegezegd volgend jaar in elk geval 14.292 plekken te gaan leveren, zo’n 88% van het gevraagde aantal van 16.290 opvangplekken. Voor 10.672 plekken hebben gemeenten inmiddels de plannen voor opvanglocaties vastgesteld. Daarbovenop hebben 18 gemeenten toegezegd nog eens 3.620 plekken te gaan leveren. Over deze plekken moet wel nog een besluit over de definitieve locaties worden genomen.
Positief
Commissaris van de Koning Arthur van Dijk: “We hebben met elkaar onze uiterste best gedaan om aan de opgave te voldoen. Dat is niet volledig gelukt, maar ik ben positief over het resultaat. Helemaal gezien de enorme opgave voor een dichtbevolkt gebied als Noord-Holland, en alle onduidelijkheid vanuit Den Haag geeft de eerste cyclus een bemoedigend resultaat. Het verslag geeft een beeld van de stand van zaken, welke verwachtingen we hebben en waar de knelpunten zitten. En ondertussen werken we gewoon door! In het asieldebat gaat het vaak over prognoses en aantallen, maar laten we niet vergeten dat het hier gaat om mensen, op de vlucht voor oorlog en geweld, op zoek naar bescherming. Biedt ze een perspectief. Een duurzaam en effectief asielbeleid gaat ook over zorg, onderwijs, werk en meedoen in en met de samenleving. Noord-Holland is op de goede weg, maar we zijn er nog niet.”
De asielopgave in de toekomst
Commissaris Van Dijk doet een beroep op de minister om de spreidingswet in de volle breedte uit te blijven voeren totdat er in Nederland voldoende capaciteit voor asielopvang is gerealiseerd: “De aankondiging tot het voornemen van intrekking van de wet leidde tot onduidelijkheid en vertraging. Dit heeft een wissel getrokken op politieke en bestuurlijke bereidheid om te voldoen aan de spreidingswet. Burgemeesters en andere lokale bestuurders kwamen hierdoor regelmatig in een lastig parket bij het geven van uitleg over beoogde opvanglocaties aan omwonenden. Juist bij een kwestie waar draagvlak zo belangrijk is helpt dat niet.”
Afstemming
Om tot het aanbod in het provinciale verslag te komen, gaan gemeenten met elkaar aan de Provinciale Regietafel in gesprek om te bepalen welke gemeenten opvangplekken kunnen aanbieden en hoeveel dat er zijn. Volgens de spreidingswet moeten de opvangplekken uiterlijk 6 maanden na het verdeelbesluit beschikbaar zijn en beschikbaar blijven tot in ieder geval 1 februari 2026.
Vervolg
De minister neemt voor het eind van het jaar voor Noord-Holland een verdeelbesluit, dat zij baseert op dit provinciale verslag van de commissaris. Bij provincies die tot een sluitende en uitvoerbare verdeling zijn gekomen, wordt deze overgenomen. Als dat niet is gelukt, zoals in het geval van Noord-Holland, geeft de minister in het verdeelbesluit aan wat het resterende deel van de opgave per gemeente wordt. Daarmee krijgen gemeenten een wettelijke taak om het aantal toegewezen opvangplekken te realiseren. Eind dit jaar weten we definitief hoeveel opvangplekken elke gemeente dus moet gaan realiseren.
Het volledige verslag van de provincie is te vinden op:
https://www.noord-holland.nl/vluchtelingen