College beantwoordde vragen PvdA over bouwplan OosterlandUitgegeven op 13-10-2017 om 10:25 |
link |
bewaar |
printOOSTERLAND - De fractie van de PvdA heeft vragen gesteld over het nieuwbouwplan in Oosterland op het terrein van de voormalige Oosterlanderschool.
Een aantal buren maakt zich ongerust. De vragen zoals ingediend plus de antwoorden van het college treft u hieronder aan.
Op 22 september 2017 heeft u schriftelijke vragen (nummer SV-1748) gesteld over Woningbouw Michaëlsterp Oosterland. In deze brief beantwoorden wij de door u gestelde vragen.
Uw vraag
Wat zijn uw overwegingen geweest om geen specifieke voorwaarden aan de ontwikkelaar te stellen m.b.t.:
1. het karakter van het terrein en in relatie tot de omgeving?
2. de openheid van het voormalige schoolplein?
3. de toegankelijkheid van het schoolpad?
4. de openbaarheid van het schoolpad?
5. de eigenheid van het oude dorpskarakter?
6. af te wijken van de aanbevelingen en beschrijvingen in verschillende rapporten (stedenbouwkundige verkenning) en beeldkwaliteitsplan?
Antwoord
Er zijn wel degelijk specifieke voorwaarden aan de ontwikkelaar gesteld met betrekking tot het karakter van het terrein en in relatie tot de omgeving. De filosofie van Hollands Kroon is geen onnodig beperkende regels te stellen bij ontwikkelingen en de markt zoveel mogelijk vrijheid te geven. We hebben de volgende kaders meegegeven:
• Maximaal te ontwikkelen woningen op de locatie is en blijft vier woningen. Alleen het westelijk deel van de locatie (ongeveer 2.300m2) komt in aanmerking voor woningbouw. Het oostelijk deel blijft open en met een publieke functie, zodat dit bijvoorbeeld kan worden gebruikt als trapveldje.
• De locatie valt binnen welstandsintensief gebied waarvoor de randvoorwaarden verwoord staan in het bestemmingsplan Oosterland (2008) en in de welstandsnota.
• Deel van de locatie heeft een hoge archeologische waarde. Een archeologisch onderzoek is verplicht (zie bestemmingsplan Oosterland). Kosten zijn voor rekening van de ontwikkelaar.
• Door de gemeente is een mogelijke uitwerking opgesteld, met het maximale aantal van vier woningen. Belangrijke eis en aandachtspunt is dat de twee hoekwoningen ontworpen worden met twee voorkanten: één voorgevel met voldoende gevelopeningen gericht op de weg en één voorgevel met voldoende gevelopeningen gericht op het trapveldje voor de kerk.
Met deze kaders zorgen we ervoor dat het ‘trapveldje’ onbebouwd blijft en daarmee het zicht op de kerk behouden wordt. Ook wordt hiermee alleen ‘de terp’ bebouwd en wordt aansluiting gezocht met de al aanwezige lintbebouwing. De schets die is meegestuurd (bijlage 1) was overigens een stedenbouwkundige optie en geen verplichting. Op deze schets staat bijvoorbeeld nog wel een pad van noord naar zuid aan de westkant van het plangebied. Dit was geen verplichting voor de ontwikkelaar, omdat wij later als gemeente zelf ook nog een pad van noord naar zuid aanleggen langs de grens met de bebouwing en het grasveldje.
In uw inleiding merkt u op dat er in het plangebied al eeuwen een schoolpad in gebruik/vrij toegankelijk is. Dit is onjuist. Voor een toelichting verwijs ik naar de nota van beantwoording van zienswijzen bij het raadsvoorstel voor uw vergadering van 2 november 2017 tot vaststelling van het bestemmingsplan (bijlage 2).
Met vriendelijke groeten,
Burgemeester en wethouders,
F.P.J. Wijga J.R.A. Nawijn
locosecretaris burgemeester