Inmiddels heeft zich veel mosselzaad aan de netten gehecht. Per vierkante meter zal waarschijnlijk zo'n 150 kilo mosselzaad groeien, is de verwachting. Het mosselzaad is op dit moment nog net iets te klein om geoogst te worden, stelt E. Foudraine van Prins en Dingemans vast. Samen met H. van Dokkum en R. de Vos van TNO en bedrijfsleider P. Schout bezocht hij vorige week de netten bij Malzwin.
,,Ze moeten ongeveer een lengte van twee centimeter bereikt hebben, dan kunnen we ze oogsten'', vertelt Foudraine. Het mosselzaad wordt dan met een speciaal hiervoor ontworpen machine van de netten afgeborsteld, waarna de schelpdieren in het ruim worden gezogen. Deze worden vervolgens naar een perceel gebracht, waar de mossels zich weer verder kunnen ontwikkelen. Zouden de mosselen niet geoogst worden, dan zouden de schelpdieren de netten weer loslaten. ,,Zeker in de Waddenzee, waar het water onrustig is'', vertelt Foudraine.
Tot tevredenheid van TNO en de mosselkweker bleek bij een proefoogst (slechts een meter of drie van het net werd schoongeborsteld) de opbrengst heel zuiver te zijn. Vrijwel alleen mosselen komen in het ruim terecht, samen met wat kleine kreeftjes en wier. Ongeveer tien procent van de mosselen heeft de gewenste afmeting van ongeveer twee centimeter bereikt. ,,Komt dat percentage rond de zestig, dan beginnen we met oogsten.''
Het grote voordeel van deze methode tegenover het traditionele mosselzaadvissen is, dat de zeebodem niet omgewoeld (en dus verstoord) hoeft te worden. Een bijkomend voordeel is, dat de larven die zich aan een net hechten, een veel grotere overlevingskans hebben. Normaliter wordt ongeveer negentig procent van de larven, wanneer deze naar de bodem zakken, opgegeten door garnalen of andere diertjes. Aan het net is de overlevingskans veel groter.