Liberaal Hollands Kroon: 'ja, tenzij'Uitgegeven op 11-12-2017 om 19:36 |
link |
bewaar |
print(INGEZONDEN BERICHT)
In het laatste kwart van de negentiende eeuw waren er, naast het confessionalisme, twee politieke stromingen te onderscheiden: het liberalisme en het socialisme. We spreken van 'ideologieën'. Een ideologie is een 'samenhangend geheel van opvattingen over mens en maatschappij dat wordt aangehangen door een bepaalde maatschappelijke groepering'. Ook in 2017 zijn in Hollands Kroon deze twee ideologieën vertegenwoordigd.
Rechts
Uit de waarden van de Verlichting 'vrijheid, gelijkheid en broederschap' ontstond het liberalisme, dat hoofdzakelijk de belangen van de (hoge) burgerij verdedigde. De negentiende eeuw was de eeuw van het liberalisme. Liberale uitgangspunten vinden we anno 2017 bij D66, VVD en SHK.
Links
Het idee dat het gedrag van mensen, hun opvattingen en hun manier van denken worden bepaald door hun materiële omstandigheden is van Karl Marx. De economische positie in de samenleving bepaalt het bewustzijn van het individu. Socialistische uitgangspunten vinden we op lokaal niveau terug bij GroenLinks en in mindere mate bij de PvdA.
Onzichtbare hand
De negentiende eeuw was de eeuw van het liberalisme. De waarde 'vrijheid', de belangrijkste waarde uit de Verlichting, werd door econoom Adam Smith uitgewerkt. Smith zag vrijheid vooral als economische vrijheid voor de ondernemer. Zijn gedachtegang was dat als iedereen maar zoveel mogelijk zijn eigenbelang na zou streven er vanzelf een evenwicht zou ontstaan: 'the invisible hand'. Filosoof John Locke ondersteunde het liberalisme maar wees ook het belang van de overheid, die op de achtergrond een oogje in het zeil moest houden: de 'nachtwakersstaat'. De staat diende zich zoveel mogelijk te onthouden van inmenging in het (economisch) leven. Zoals een negentiende eeuwse journalist het uitdrukte: '
...opruiming van kunstmatige hinderpalen en beletselen die de wetten van verbruik en voortbrenging in de weg staan'. Dat vinden we terug in het 'ja-tenzij' principe van het Gemeentebestuur. En het pleidooi van de burgemeester zoveel mogelijk regels af te schaffen: alles mag, tenzij: een typisch liberaal standpunt.
Censuskiesrecht
In de negentiende eeuw mochten alleen vermogende mannen het kiesrecht uitoefenen en tot 1872 werd het arbeiders zelfs verboden zich te verenigen. We zien dan ook dat in de gebieden die nu een onderdeel zijn van Hollands Kroon, zonder uitzondering grote boeren en rijke heren de dienst uitmaakten. De waarde 'gelijkheid' stond voortdurend onder druk door het liberale beleid van de regering. Democratie was ver te zoeken. Voor de liberalen van toen was dat zelfs een vies woord.
Solidariteit
De waarde 'broederschap' stond bij de liberalen in de negentiende eeuw niet hoog in het vaandel. Aan het einde van die eeuw was er een grote massa uitgebuite fabrieksarbeiders en de hele eeuw was er een groot aantal armen. De liberale machthebbers hadden niet veel op met de zwakkeren in de samenleving en toonden weinig solidariteit. Een flard van deze a-solidaire benadering vinden we terug bij SHK: alleen als je buiten je schuld hulpbehoevend bent geworden zou je volgens deze partij recht moeten hebben op maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Markt
Een parlementaire enquête aan het einde van de negentiende eeuw bracht de schrik er goed in bij de liberale 'volksvertegenwoordigers' en zorgde voor de eerste sociale wetten. De politiek van ónze tijd is neo-liberaal te noemen. De overheid trekt zich steeds meer terug en neemt de contouren van de nachtwakersstaat van Locke aan. De markt neemt veel taken van de overheid over, waarbij winstgevendheid prioriteit heeft. We zien daardoor een toenemende verrijking van een kleine groep mensen aan de top en een toenemende verarming aan de onderkant van de samenleving...
Kees Zwaan