KvK: Integreer dijkverhoging Den Oever met structuurvisie toekomst AfsluitdijkUitgegeven op 26-03-2010 om 22:18 |
link |
bewaar |
printDEN OEVER - De Kamer van Koophandel Noordwest-Holland heeft gereageerd op de Startnotitie MER voor de versterking van de hoogwaterkering in Den Oever en op de Notitie Reikwijdte en detailniveau (NRD) ter voorbereiding op de Structuurvisie Toekomst Afsluitdijk.
De Kamer dringt er op aan de Versterking van de hoogwaterkering in Den Oever te integreren in de planvorming omtrent de Afsluitdijk. Door beide projecten gezamenlijk integraal onder leiding van één organisatie aan te pakken kunnen wellicht aanzienlijke kosten bespaard worden. Daarnaast moet niet alleen gekeken worden naar het ‘meest milieuvriendelijke alternatief’ en aspecten als kosten en technische afwegingen maar ook naar economische factoren.
Dinsdagavond is er een voorlichtingsavond in het Vikingschip over de toekomst van de Afsluitdijk. Ook nu is het belangrijk om te komen als u begaan bent met het lot van de haven van Den Oever.
Zowel in de Startnotitie MER Den Oever als in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau ter voorbereiding op de Structuurvisie Toekomst Afsluitdijk worden een aantal varianten genoemd die nader onderzocht zouden kunnen worden. Als gekeken wordt of er een goede analyse gemaakt is en of alle mogelijk te onderzoeken alternatieven zijn aangedragen, moet de Kamer helaas constateren dat dit in beide notities niet het geval is geweest.
In beide notities mist de Kamer namelijk het plan van de heer P. de Herder uit Den Oever. Dit plan behelst de nieuwbouw van een spuidoorlaat en een doorvaarbare keersluis tussen de Waddenhaven en de in de Waddenzee gelegen meest noordelijke dam (‘de banaan’) die dan zou aansluiten op de Afsluitdijk ten oosten van de huidige sluizen. De versterking van de Afsluitdijk wordt dan gekoppeld aan de verbetering van de waterveiligheid voor Den Oever. Dit is weliswaar een kostbare oplossing, maar het voordeel van een geïntegreerde aanpak is dat er aanzienlijke kosten mee gespaard kunnen worden en dat er ook win-winsituaties ontstaan. Bijvoorbeeld bij het realiseren van ‘nieuwe natuur’.
Voorts is het van belang dat er ook gekeken wordt naar de effecten van de beide versterkingsprojecten op de regionale en lokale economie. Gedacht dient dan te worden aan met name de havengebonden bedrijvigheid in Den Oever, maar ook aspecten als zoet/zoutwaterovergangen in het IJsselmeer (als waterleverancier voor de landbouw en de industrie) het toeristisch recreatieve aspect, duurzame energieopwekking etc. Naar de mening van de Kamer dient dit als uitgangspunt genomen te worden. Dat is helaas niet gebeurd in beide notities. Verder gaat de Kamer er van uit dat er bij het opstellen van de Milieu Effect Rapportage Den Oever en de NRD Afsluitdijk, naast de ecologische en natuurbelangen en financiële aspecten serieus rekening wordt gehouden met de wensen/belangen vanuit ondernemersorganisaties en bewoners. Er heerst momenteel behoorlijk wat onrust bij bewoners en ondernemers van met name Den Oever. Om draagvlak te krijgen is het van groot belang dat er serieus geluisterd wordt en dat er op basis van onderbouwde argumenten besluiten worden genomen.
De verwachting dat de regio bereid is financieel aanzienlijk bij te dragen aan het project dient niet overschat te worden. Afgezien of de regio hiertoe in staat is, is het principieel onjuist. Het Rijk dient verantwoordelijk te zijn voor de kosten van de dijkversterking en niet de regio. Vandaar ook het pleidooi om te onderzoeken of beide projecten niet beter samen aangepakt kunnen worden. De Kamer wil graag betrokken blijven bij het verdere verloop van het proces.