TOREN ONDERZEEËR TENTOONGESTELDUitgegeven op 31-08-2002 om 11:59 |
link |
bewaar |
printDen Oever -
De toren van een Britse onderzeeër uit de Eerste Wereldoorlog is dit weekeinde tijdens de Flora en Visserijdagen in Den Oever op de haven tentoongesteld. Duikgroep Wieringen bracht vorige week deze grote bijzondere trofee mee huiswaarts vanaf de bodem van de Noordzee. ,,De toren staat nu opgeslagen bij de coöperatie op het haventerrein'', vertelt duiker Meijert de Haan. Hij was samen met Nan Tijsen uit Den Oever en Gerard Manshanden uit Medemblik met de WR 52 van zijn zwager de zee op gegaan. Ze kwamen met een bijzonder buit terug, een commandotoren van een onderzeeër.
De Haan: ,,We vinden het wel leuk om hem nu tijdens de Flora te laten zien. We maken een bordje met daarop de gegevens die we tot nu toe weten. Het zijn enkele technische details van het type onderzeeër, maar we weten nog niet welke onderzeeër het is geweest. We gaan kijken of we het schip kunnen identificeren.''
Veel wrakken die in de Noordzee op de bodem liggen worden wel geregistreerd. Echter niet altijd is bekend wat voor soort schip het is geweest. ,,We weten dat het een e-type is geweest.'' De plek waar de onderzeeër is gevonden was bij de duikers bekend. De Haan: ,,Er heeft een paar jaar geleden een keer een kotter vastgezeten. Dat hebben wij onthouden. We zijn er een jaar geleden al een keer geweest om te kijken of we de toren konden bergen. We hadden er toen een anker aan gelegd, maar het lukte niet om hem los te krijgen omdat het weer ineens heel slecht werd. De toren lag helemaal onder het zand. Nu we er opnieuw waren bleken we toch de vorige keer al een heel stuk uit de bodem te hebben losgerukt.''
De toren is van koper. ,,Hij lag er al helemaal naast. In het zoute water krijg je met koper een soort elektrochemische werking, waardoor de verbinding tussen het koper van de toren en het staal van de romp loslaat.'' De duikers hopen dat zij de toren aan een museum Brits kunnen verkopen. En dat zij kunnen achterhalen welke duikboot het is geweest. Volgens De Haan zullen familieleden van de gesneuvelde opvarenden daar wel prijs op stellen. Zelf gaan zij nog wel een keer terug om de rest van het schip op de zeebodem een nadere inspectie te onderwerpen.